Wilde dieren in de stad: overlast of plezier? Een kwestie van perspectief
‘Hé! Zijn Latijnse naam is Martes foina! Misschien moeten we hem Fonske noemen!’ riep ik, enthousiast wijzend naar de Wikipedia-pagina op mijn gsm. De blik van mijn man sprak boekdelen. ‘Tuurlijk! Dat beest vreet ons ganse dak stuk én de autokabels door, maar laten we hem maar Fonske noemen’, gromde manlief me terug. Met mijn meest ontwapenende blik toonde ik hem een foto van een pluizige steenmarter. ‘Zie, hoe schattig!’ zei ik met mijn zeemzoetste stem, vastberaden hem te vermurwen. Glimlachend keek hij me aan. ‘Je meent het, hé?’ zuchtte hij. ‘Allez, Fonske it is…’. De discussie deed zich jaren geleden voor, toen de leegstaande woning van de buren tegen de vlakte ging. De inwonende steenmarter werd plotsklaps dakloos en vond al gauw een nieuwe woonst onder onze dakpannen, tot groot jolijt van manlief. Hele nachten lagen we wakker van het geluid van onderdakfolie die in stukken gereten werd. ‘s Morgens vonden we brokken isolatieschuim op ons terras. Maandenlang ging manlief de s...