Hoe kort ook je keten, het blijkt niet altijd het beste alternatief. Over de complexiteit van CO2-vriendelijk voedsel.

Je hebt vast al gehoord van het belang van de korte keten. Voedsel consumeren afkomstig uit lokale productie is beter voor het milieu dan voedsel consumeren dat een halve wereld rondgereisd heeft. Dat klopt. En toch ook weer niet.

Als we het hebben over onze koolstofvoetafdruk, heeft dat twee componenten. Er is onze directe uitstoot, zoals de CO2 die we uitstoten door de auto naar het werk te nemen, met het vliegtuig op reis te gaan of ons huis te verwarmen in de winter. Daarnaast is er ook onze indirecte uitstoot. Die veroorzaken we bijvoorbeeld door het voedsel dat we eten of de kleren die we dragen. 

Eet je een appel, dan heeft die vaak al wat kilometers afgelegd van de boom waar die aan groeide tot in je mond. Van de boomgaard ging die naar de veiling. Van de veiling ging die naar de supermarkt of fruitwinkel. Van de fruitwinkel ging die naar je fruitschaal. 

Komt die appel uit Nieuw-Zeeland, dan swingen die food miles (de Engelse term voor de afstand dat je voedsel aflegt) al helemaal de pan uit.

Boerenmarkt, foto Thomas Gamstaetter via Unsplash

Klimaatgewijs lijkt het dus beter om een Belgische appel op te eten dan een Nieuw-Zeelandse. Toch klopt dat niet altijd. Het seizoen waarin jij jouw appel consumeert, speelt namelijk ook een rol. Als die Belgische appel al bijna een gans jaar bewaard wordt in professionele koelsystemen, dan heeft die vaak een grotere CO2-uitstoot dan die Nieuw-Zeelandse appel die recent geplukt de halve wereld rondreisde. 

Dan maar collectief aan de Nieuw-Zeelandse appels gaan? Nee. Wat je best kunt doen is niet alleen lokaal maar ook seizoensgebonden eten. De boodschap is simpel: consumeer geen appels als ze hier niet groeien. 

Dat is best lastig, want wij zijn intussen gewoon geraakt aan een wereld waarin we eender wat eender wanneer kunnen consumeren. 

Bovendien is het voor de doorsnee consument, zoals jij en ik, niet altijd even makkelijk om het bos door de bomen te zien, zoals ook erg mooi uitgelegd in dit artikel

Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven om de consument daarin te begeleiden. Zo is er het initiatief Recht van bij de Boer, waar je tal van lokale adresjes met lekkers vindt, gaande van hoevewinkels over boerenmarkten tot groenteabonnementen. Of misschien ken je Boeren en Buren al?

Toegegeven, ik zondig ook nog (te) vaak tegen de regel lokaal & seizoensgebonden. Het is niet makkelijk oude gewoontes af te leren... Maar intussen geniet ik wel volop van de kortste keten ter wereld: die van de appelboom in mijn voortuin naar mijn kookpot op het fornuis. Wetende dat aan deze Boskoopjes geen enkele foodmile te pas gekomen is, doet ze alvast extra lekker smaken.




Reacties

  1. En die van jou is dan nog bio, zodat de biodiversiteit ook hoogtij kan vieren. Win-win!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gelijk heb je ! We moeten nadenken over ons consumptiegedrag; of het nu eten betreft , kleding of transport enz...

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten