De knuppel in het hoenderhok: Ceulemans versus het klassieke natuurbehoud

Het werd even een heen en weer gegooi van ecologische opinies, vorige week. Tobias Ceulemans, professor aan de UAntwerpen en gespecialiseerd in natuurbehoud en -herstel, gooide de knuppel in het hoenderhok. Dat het stikstofakkoord onze Vlaamse natuur niet zal redden maar dat Vlaanderen nood heeft aan een beter natuurbeheer. Dat er te grote hiaten zitten in onze Vlaamse natuurkennis. Dat we misschien moeten durven de strijdbijl begraven in de Kalmthoutse heide, afscheid moeten nemen van de purperen pracht en onze aandacht moeten verleggen naar gebieden die wél te redden zijn.

Foto Omar Sotillo Franco via Unsplash

Het zette wat kwaad bloed bij Natuurpunt, dat meldt ernaar te streven de Europese doelstellingen te halen (confer de eisen in kader van de Habitatrichtlijn) en bij het INBO, dat slechts een aantal dagen later met een tegenopinie kwam. 

Ceulemans haalt echter een aantal belangrijke punten aan. Het lijkt inderdaad soms waanzin wat we met sommige van onze heidegebieden blijven proberen. Als een patiënt aan een beademingstoestel, houden we onze Vlaamse heide kunstmatig in leven, in afwachting van een betere toekomst. 

Maar wat als die toekomst niet betert? Zijn we dan niet lelijk op het foute paard aan het wedden? 

Halsstarrig proberen we onze natuur in een 'staat-van-instandhouding' te duwen, zoals de Habitatrichtlijn het zo mooi verwoordt. En zelfs dat lukt ons niet. Ons laatste NARA-rapport was niet bepaald om over naar huis te schrijven. 

Wat als we, met alle instandhoudingsmaatregelen die we nemen, onze natuur tekort doen? We proppen ze in een dwangbuis en streven intussen naar doelen die ze nauwelijks kan halen, al zeker onder de steeds veranderende externe omstandigheden van klimaatverandering, hittestress en stijgende stikstofwaarden. We beletten onze natuur om zich aan te passen, om robuust te worden, om haar adaptatiemogelijkheden te verkennen. We staan niet altijd open voor de oplossingen die de natuur misschien wel zelf kan bedenken, omdat die niet op ons Europese doelenlijstje staan. Of omdat Europese wetgeving ze erg moeilijk maken.

De heide overleveren aan het pijpenstrootje is een woest idee in Vlaanderen. Eéntje dat stoot op verzet. Toch vind ik het boeiend om onze hang naar heide op zijn minst in vraag te stellen. Het is een restant van een door mensen gecreëerd cultuurlandschap, een pioniersvegetatie die in natuurlijke omstandigheden vaak slechts tijdelijk is. Het klassieke natuurbehoud ijvert om dit habitatstype te behouden omwille van Europese doelstellingen, onze band met dat landschap en het beschermen van de soorten die enkel daar voorkomen. Maar het landschap staat onder druk. Het houdt niet van een teveel aan stikstof, waar het nu al jaren een strijd tegen levert. Ik weet niet of het noodzakelijk goed is om dat landschap te blijven duwen in een verleden dat er vandaag niet meer is.

Dat betekent niet noodzakelijk de handdoek in de ring gooien en opgeven. Het betekent wel dingen in vraag durven stellen en zoek gaan naar diverse antwoorden en nieuwe methodieken.

Ja, dat artikel was een bittere pil. Maar misschien stelde Ceulemans gewoon de lastige vragen die af en toe gesteld móeten worden. En misschien moeten we dat niet beschouwen als een aanval maar als een aanleiding om ook zelf de moeilijke vragen te stellen die we niet altijd willen horen: zijn we eigenlijk wel goed bezig, in Vlaanderen en bij uitbreiding in Europa? Is wat we al jaren doen, misschien niet écht het beste dat we kunnen bedenken? Wordt het inderdaad tijd om bij te sturen, te lossen, te experimenteren? Zijn we daar klaar voor? Zijn we daar moedig genoeg voor? Zijn er ergens antwoorden die we zelf nog niet bedacht hebben? En zijn we mans (vrouws, ha!) genoeg om dat toe te geven?

Kunnen we deze knuppel een aanleiding laten zijn voor een vernieuwde dialoog tussen het klassieke natuurbehoud en nieuwe methodieken van natuurontwikkeling zoals rewilding? Kunnen tegengestelde opinies elkaar tegemoet komen en van elkaar leren?

Ik heb de waarheid niet in pacht. Ik ben geen bioloog. Ik heb geen diepgaande kennis van de natuurgebieden die Ceulemans aanhaalt, waar het INBO al jaren met man en macht onderzoek naar doet en waar Natuurpunt met de beste goodwill het juiste probeert te doen. Ik ben geen partij met een zwaar onderbouwde opinie. Maar ik kijk wel met argusogen naar de discussie die zich ontrolt tussen de partijen die die wél hebben.

Reacties