De wondere wereld van onderzeese wouden

De voorbije weken nestelde ik me in de zetel met Rewilding the Sea door Charles Clover. Het boek is een slecht-nieuws-bericht over de huidige stand van onze oceanen, maar brengt evenzeer hoop voor de toekomst aan de hand van een aantal good practice voorbeelden. Zo werd ik helemaal verliefd op het Sussex Kelp Restoration Project

Foto Shane Stagner via Unsplash

Kelp is een zeewier dat wel metershoog kan groeien en heuse onderzeese wouden kan vormen. Ik kwam er voor het eerst mee in het contact in The Very Short Introduction to Marine Biology van Mladenov. (Voor wie de reeks 'A Very Short Introduction' van Oxford University niet kent: aanrader!) Ik las toen hoe het uitroeien van zeeotters op verschillende plaatsen geleid had tot een steeds groeiende populatie zee-egels die zich vervolgens en masse tegoed deden aan de kelp en die overbegraasden. Zo werden heuse urchin barrens gecreeerd, een soort onderzeese woestijnen waar geen kelp nog voet aan wal krijgt. Dat is problematisch, want kelpwouden herbergen een ongekende biodiversiteit. Ze bieden bescherming en schuilplaatsen voor kleine visjes en vormen beschutte paaiplaatsen.Ze trekken middelgrote en grote roofvissen aan. Het is een ecosysteem op zich en de moeite waard te beschermen.

Evolutie van de Sussex kelpwouden tussen 1980 en 2019. Bron Rewilding Britain.

Helaas zijn er globaal gezien steeds minder kelpwouden te vinden. Zo ook in de UK. Ja, je leest het goed. Ten zuiden van de UK, aan de Sussex Coast, waren ooit uitgestrekte kelpwouden te vinden. Van de kleinere soort, dat wel. Die zijn in de voorbije 60 à 70 jaar vakkundig verwoest. Daar zijn verschillende redenen voor, maar een heel belangrijke is de manier waarop wij aan visserij doen: door sleepnetten over de bodem te schrapen (trawling) en die zelfs te voorzien van tanden die zich in de bodem vastzetten om er bijvoorbeeld Sint-Jacobsschelpen uit te halen (dredging). In 2021 kwam er verbod op trawling in een zone van bijna 200 km² aan de kust van Sussex. Er mag nog gevist worden op duurzame manieren, zoals met potten, maar de bodem beschadigen is er voortaan een no go. (Vissen met potten is een methode waarbij men kooien op de bodem laat zakken om later opnieuw op te halen. De vangst kruipt erin, maar raakt er niet meer uit. Met deze methode wordt vermeden dat de zeebodem beschadigd raakt.) Momenteel wordt het gebied druk gemonitord om een baseline op te stellen waarmee het toekomstige ecosysteem kan vergeleken worden. De hoop is groot.

Clover's belangrijkste conclusie is dat we met de huidige geïndustrialiseerde en gesubsideerde visserij meer slecht dan goed doen. We vissen de oceanen leeg, verwoesten de habitat en laten lokale gemeenschappen verarmd achter. De enige weg vooruit is die van duurzaam vissen in combinatie met het beschermen van een aantal grootschalige zeegebieden waar populaties van vissen en andere mariene soorten de kans krijgen zich te herstellen. Op die manier kan ook een spillover-effect gecreeërd worden, waarbij de herstelde populaties zó groot zijn dat ze de zones rond het mariene reservaat herbevolken waar wél gevist mag worden. Dubbele win dus voor zowel ecologie als economie.

Mijn man snapt niet waarom ik maar niet leer duiken. Beetje last van claustrofobie, daar onder water. Maar als ik online beelden zie van gezonde kelpwouden die barsten van het leven, gaan mijn ogen toch blinken. Wie weet raap ik ooit al mijn courage samen en ga ik eindelijk eens voor dat duikbrevet. Maar eerst duik ik onder in mijn volgende boek: een omvangrijke cursus van Oxford University over mariene ecologie. Wish me luck.

Reacties

Een reactie posten