Waarom ik in hemelsnaam buiten studeer bij 4°C. Human rewilding als voorwaarde voor natuurontwikkeling.

Al gehoord van human rewilding? Het is een term die ik vroeger af en toe tegenkwam op boekcovers of in online artikels. Ik was een beetje ambetant van het feit dat de term 'rewilding' gebruikt werd voor een levensstijl van die enkelen die in het weekend een zelfgevangen vis roosterden boven een vuur en in een hangmat gingen slapen. Ik vond het namelijk belangrijk om de term 'rewilding' correct te gebruiken, als in 'het herstellen van natuurlijke processen' en 'het meer ruimte geven aan de natuur', zoals Liesbeth Bakker, chair Rewilding aan de WUR, het zo mooi benoemt.

foto Myles Tan - Unsplash

Mijn visie daarop veranderde toen ik het essay van Koen Arts in het boek 'Rewilding in Nederland' las. Hij schreef over het experiment dat hij samen met zijn vrouw Gina Maffey ondernam. Zij spendeerden een jaar van hun leven vijftig procent van hun tijd buiten. Als docenten die voornamelijk binnen les gaven, betekende dat dus een jaar lang buiten slapen en koken op een houtvuur in de tuin. Een extreem dat voor mij niet zo hoefde. Ik haalde mijn neus op. Vond het wat hippie. Was wellicht vooral wat angstig bij het idee in de vrieskou te slapen terwijl ik zo een koukleum ben. Want hoe dol ik ook ben op wilde natuur, ik ben geen stoere buitenmeid. Hoewel ik mijn zomers op blote voeten spendeer, wikkel ik die 's winters vooral graag in dikke pantoffels. Hoewel ik erg houd van marshmallows roosteren boven een houtvuur, kook ik liever mijn alledaagse potje binnen, in de luxe van mijn keuken. Hoewel ik kamperen erg idyllisch vind in theorie, is de realiteit dat ik vaak beter aard in een desolaat vakantiehuisje met een comfortabel bed en een deur die op slot kan. 

Ja, ik ben een watje.

Foto Dominik Jirovsky - Unsplash

Maar hoe verder ik las in het essay, hoe beter ik het snapte. Arts stelde human rewilding als een voorwaarde om tot ecologische rewilding te komen. Wil je de planetaire milieucrisis te lijf gaan, dan moet je beginnen bij de mens, stelt hij. 

Hij heeft een punt.

Als mens zijn wij, zeker in West-Europa, erg vervreemd van de natuur. Iemand die met de auto naar een kantoorjob pendelt, hoeft in principe zelfs geen winterjas aan te kopen en weet op een doordeweekse avond nauwelijks welk weer het die dag was. We hebben al generaties lang geen kruiden- of plantenkennis meer. En wie heeft dat ook nog nodig, want we hebben toch apotheken en pillen en dure medicijnen?

Een paar jaar geleden waren we op doorreis in Frankrijk. We overnachtten op een bioboerderij. De boerin in kwestie wilde ons 's morgens de schapenweide tonen, toen mijn zoontje - toen een jaar of vijf - met zijn blote benen in de brandnetels trapte. Hij begon te huilen. 'Un instant!', riep ze. 'Je vais trouver du plantain!' Ze keek rond zich, zoekend in het veld, terwijl ik me verward over mijn zoontje boog. Plantain? Mijn kennis van plantennamen was niet erg uitgebreid in het Frans. Toen ze plots bukte, een blaadje plukte en het tussen haar vingers openwreef, snapte ik het. Ze wreef de plantensmurrie over het been van mijn zoontje, die kalmeerde. Sindsdien gaan we 's zomers nauwelijks nog wandelen zonder eerst uit te kijken naar weegbree. Want je weet maar nooit. Zoonlief heeft zijn angst voor brandnetels grotendeels overwonnen door die lieve, Franse boerin.

Weegbree - foto Tetiana Semenova - Unsplash

Ja, we hebben fancy apotheken, maar als je middenin een veld brandnetels valt, ben je daar niets mee. Die oeroude plantenkennis van onze voorouders ware op zo'n momenten pakken handiger geweest. Het is een gemis, daar kunnen we niet om heen.

Bovendien is al zoveel onderzoek gedaan naar de link tussen tijdsbesteding in de natuur en ons mentaal welzijn. Ook ik schreef daar al eerder over.

De christelijke tweedeling tussen mens en natuur heeft hier in het Westen zijn littekens nagelaten. We zijn onze verwondering kwijt, vervallen in depressies in betonnen steden en weten nauwelijks nog wat daarbuiten is. 

Arts benadrukt hoe hard we die verwondering nodig hebben om terug wilde natuur toe te laten in onze steden en levens. We moeten eerst werken aan het herstellen van die band, om vervolgens te werken aan onze natuurgebieden en de biodiversiteit erin. We moeten daarvoor inzetten op ons onderwijssysteem, van kleuterklas tot hoger onderwijs. We moeten bedrijven benaderen. We moeten als maatschappij meer buiten leven.

In die spirit, probeerde ik de voorbije dagen het meeste te halen uit de uren winterse zonneschijn. Koud als het was, hulde ik me in diverse laagjes kleding, wol en fleece. Met een deken op schoot en een tas thee in de hand, installeerde ik me buiten op het terras met mijn studieboek, lat en balpen.

Intussen vlogen de kauwen in paartjes over me heen, zoekend naar een boom dichtbij. (Op internet ontdekte ik al gauw dat deze vogels levenslange partnerparen vormen, FYI.) Af en toe vloog de ganse groep ineens op. Toen hoorde ik, tussen al het geklets van de kauwen heen, ook het getik van een specht en het geroep van een buizerd. In onze beuk kraste een ekster. De kat slurpte uit de vijver. De zonnestralen warmden m'n rug terwijl een koude wind m'n oren streelde. Ik hoorde het geritsel van de wintergroene planten om me heen en zag de bruine blaadjes van de haagbeuk bij de buren zachtjes wapperen aan de struik. Intussen waren ook de merels en koolmezen weer aan hun zangwedstrijd gestart en zat ons roodborstje territoriaal te tsjirpen in het voederhuisje. Volgens BirdNET zat vrijwel zeker een heggenmus in de buurt. 

En verkeer, uiteraard. Het was niet allemaal romantisch. Ik hoorde ook auto's en vrachtwagens vlammen over de Brugsevaart en de Gentse R4. Een verre motard klonk naar stoerdoenerij. Af en toe hoorde ik het gerommel van een vliegtuig in de lucht en werd de hemelsblauwe lucht boven me doorkliefd met een witte veeg.

Ik beweer overigens niet dat ik erg geconcentreerd ben, als ik buiten studeer. Maar ik word er wel een vrolijker mens van. En dat is ook wat waard.

Reacties

  1. Marianne De Munck3 maart 2023 om 05:31

    Heel knap artikel, dat weer tot nadenken stemt, over onze leefwijze.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten