Wadi wadde?

In een opiniestuk van Eckert & Renson, journalisten bij De Standaard, werd de vraag gesteld hoe over waterschaarste te communiceren terwijl we nooit eerder zoveel regen uit de lucht zagen vallen. Hoewel we de vorige jaren langzaam wenden aan het idee van oververhitte zomers en uitgedroogde bodems, rijden de tractors zich dit jaar namelijk vast in de velden en kom ik van wandelingen steevast thuis met schoenen vol modder. Het is de natste lente sinds lang en toch blijven we met watertekorten kampen. Krijg het eens uitgelegd. 

We moeten dringend alles op alles zetten om die scheefgetrokken situatie weer recht te trekken. Veel ligt in handen van de overheden. Het herstellen van natte natuur, het ontharden van steden, het sensibiliseren van de bevolking.

Eén (kleinschalige) oplossing hebben mensen met tuin en dak zelf in handen: de aanleg van een wadi. Wie niet bekend is met dit beestje: wadi is een woordspeling, verwijzend naar het Arabische woord 'wadi' dat rivierbedding betekent, en tegelijk een afkorting voor 'Water Afvoer Drainage en Infiltratie'. Kortom: een lager niveau in je tuin om hemelwater op te vangen dat vervolgens langzaam in de bodem kan sijpelen. Een wadi kan overal geïnstalleerd worden, op klei- of op zandgronden. In erg natte winters (of op kleigronden) staat een wadi al eens goed nat, in droge zomers (en op zandgronden) staat die droog. Het is dus belangrijk om planten te kiezen die beide situaties aankunnen. Ook in vorm varieert een wadi. Er zijn de typische komvormige wadi's die bij regenweer lijken op een kleine vijver, maar je kunt ook kiezen voor een greppel die langs je border loopt.

Aangezien een deel van onze dakgoten nog steeds op de riolering aangesloten was, zat het idee om een wadi te graven in onze tuin al lang in ons hoofd, maar het is Lukas Masson van De Bosboer die er uiteindelijk voor zorgde. Hij rekende uit hoeveel regen we in ergste omstandigheden konden verwachten, hoe groot en diep de wadi moest zijn, deed een plantenvoorstel en begon eraan. 


Bij het uitkiezen van de planten, focuste Lukas op inheems, eetbaar en/of bloemenrijk. Dat laatste was voor mij belangrijk, want ik miste wat kleur in de tuin. Het resultaat is geslaagd, want kort na aanplant, begon het Kruipend zennegroen al te bloeien. Daarna staken de Margrieten hun kopjes omhoog, gevolgd door de Beemdkroon en de Witte Brunel. Steeds afwisselende bloei dus. Ook al hebben ook hier de slakken lelijk huis gehouden en zijn het Maarts viooltje en de Witte Dovenetel niet de enige soorten die het loodje moesten leggen bij zoveel geknabbel, er is steeds íets gaande in onze mini-vallei, los van de vele bezoekende insecten. 

Kortom, als het nú regent, loop ik niet langer te sakkeren op het hondenweer maar loop ik snel naar de wadi om te kijken of ie al volloopt. En dat gaat soms snel. Bij de storm van 26 mei steeg het waterpeil spectaculair. Onze Gentse zandbodem zorgt echter voor een al even snelle absorptie in de grond.

Blije mij dus! En natuurlijk verlang ik naar die eerste échte lente, maar stiekem kijk ik ook al uit naar de volgende regenbui...

Reacties