Getijdennatuur in hartje Rotterdam: het Eiland van Brienenoord

Wie mij kent, weet dat ik ofwel extreem georganiseerd ben ofwel complete chaos. Toen ik afgelopen maandag naar Rotterdam trok, bleek ik helaas het laatste. En gevloekt dat ik heb. Tot ik op het Eiland van Brienenoord stootte.

Al drie jaar staat Het Natuurhistorisch op mijn te-bezoeken-lijstje, een museum in Rotterdam met een aanzienlijke collectie dode beesten. Dat laatste klinkt niet sexy, maar als milieuwetenschapper heb ik daar een soft spot voor. Een bezoekje waard deze vakantie, vond ik. Manlief ging akkoord. We waren al vroeger in Rotterdam geweest, maar de prioriteiten lagen toen anders (lees: spa en lekker eten). Vrij impulsief boekten we dus een hotel. Het was pas aan het ontbijt dat ik de openingsuren van Het Natuurhistorisch opzocht en besefte: het is maandag. Het museum is dicht.

Manlief probeerde me nog snel te troosten door de openingsuren van de daktuin op het Depot Boijmans Van Beuningen op te zoeken, maar ook hier: gesloten op maandag. Op zoek naar alternatieven stootte ik echter al gauw op het Eiland van Brienenoord, een kleinschalig rewilding-project dat ARK Natuurontwikkeling mee ontwierp en ook lange tijd beheerde. Ze herstelden er een stukje getijdennatuur - best leuk als je bedenkt dat de zee zo'n 40 kilometer verder ligt. 

Intussen is het beheer overgedragen aan de gemeente én een stel Schotse Hooglanders die er de bramen en brandnetels in toom houden. Op onze wandeling kwamen we die al gauw tegen. Op de infoborden wordt met stel gevraagd de 'wilde dieren' met rust te laten maar zelf maalden ze niet om onze aanwezigheid. Langzaam grazend en knabbelend op de vegetatie, passeerden ze ons op nog geen meter afstand. Helemaal schattig werd het toen de logge beesten zich begonnen krabben als een kat, met een achterpoot achter hun oren.

Hoe leuk ik het ook vind om natuurlijke begrazing door dit soort mastodonten terug te zien keren als onderdeel van een beheerstrategie, de Hooglanders waren niet waar ik voor kwam. Dat deeltje bevindt zich dieper op het eiland: daar waar ARK een geul liet graven om tijdens vloed het water tot diep in het eiland te laten binnendringen. Het herstellen van het getijdenproces geeft ruimte aan een heel nieuwe getijdennatuur, waarvan ook de terugkeer van de spindotterbloem getuigt. Een dikke anderhalve kilometer aan harde oevers werden vervangen door natuurlijkvriendelijke versies. Bomen werden in het water geplaatst als habitat voor paaiende vissen, amfibieën en ander moois.

Het Eiland van Brienenoord is geen typisch toeristische attractie zoals de Euromast, de Markthal of de Kubuswoningen dat zijn, maar het biedt de Rotterdammers een fijne ontsnapping aan het drukke stadsleven en is een prachtig staaltje urban nature waar veel andere grootsteden wat van kunnen leren. Gezien de vroegere plannen om hier huizen of zelfs een hotel neer te poten, is de uiteindelijke keuze voor dit brokje stadsnatuur enkel toe te juichen. 

De bevers en vissen zijn Rotterdam alvast dankbaar, en ik ook. Een troostrijk bezoek na mijn flater met Het Natuurhistorisch. Maar ach... Misschien is dat reden te meer om terug te keren.

Reacties