Over duinen en Noordzee-riffen: wat betekent klimaatverandering voor onze kust?

Dit artikel verscheen in Frontaal, zomer 2023.

Wat heeft klimaatverandering in petto voor onze Noordzeekust en hoe beschermen we ons daartegen? GMF legt een oor te luisteren bij Jan Seys, woordvoerder van het Vlaams Instituut voor de Zee.

Juni. De zon kruipt hoog aan de hemel. De temperaturen stijgen. Mijn huid verlangt naar zee en zand. Omdat ook zoonlief hunkert naar dat eerste ijsje op de dijk, trakteren we onszelf op een uitje naar Oostende. Ik vul mijn strandtas met een handdoek, wat sandwiches en watersandalen. Die laatste mag ik niet vergetennu de kleine pieterman steeds vaker voorkomt aan onze Noordzeekust. Het kleine visje oogt misschien schattig, het gif in zijn rugvin is best venijnig. Ik heb geen zin om daar straks per ongeluk op te stampen als ik met mijn blote voeten door het water waad.

Dat die kleine pieterman hier de laatste jaren zo uitbundig aanwezig is, heeft alles te maken met klimaatverandering. Het giftige visje is echter slechts een voorbode van wat ons nog allemaal te wachten staat. Klimaatverandering brengt namelijk problemen met zich mee die we best met wat steviger materiaal te lijf gaan dan met een stel watersandalen.

Zeespiegelstijging

Daar is de Vlaamse overheid zich sterk van bewust. Een stijgende zeespiegel maakt onze stranden en badsteden steeds kwetsbaarder. Met elke centimeter likt het zeewater onze stranden verder weg. Dat is problematisch want het water kan nergens heen. De Belgische dijk is volgebouwd en terugtrekken is geen optie. Of toch geen die in goede aarde zou vallen.

De voorbije jaren werden, in het kader van het Masterplan Kustveiligheid uit 2011, dan ook miljoenen geïnvesteerd in kustverdediging. Verschillende stranden werden verhoogd met zandsuppleties*. Zeedijken werden versterkt met zogenaamde stormmuren. In Nieuwpoort wordt een heuse stormvloedkering gebouwd om stad en hinterland te beschermen tegen stormvloeden. Het prijskaartje voor dat ding? Bijna 60 miljoen euro.

Beeld uit de reeks Washed Places van Jurgen Remmerie. Met deze fotoreeks wil de fotograaf stilstaan bij de gevolgen van klimaatverandering. De foto's verbeelden een mogelijke toekomstvisie voor een nieuwe kustlijn aan de hand van de problemen die zich nu reeds voordoen in lagergelegen gebieden.

Toekomstperspectieven

Deze projecten moeten onze kustregio beschermen tegen een 1000-jarige storm bij een zeespiegelstijging van dertig centimeter tegen 2050 (ten opzichte van 2000). Met de nieuwste wetenschappelijke kennis is echter duidelijk dat dit niet voldoende is. Tegen 2100 kijken we namelijk aan tegen een stijging van maar liefst 80 cm. Slechtere scenario's spreken zelfs van twee of drie meter.

‘2100, zeg je? Ach, het zal mijn zorg niet meer zijn,’ hoor ik je denken. Misschien. Maar de kans bestaat dat mijn zoon, die momenteel naarstig aan zijn ijsje likt, dit wél nog meemaakt. 2100 is heus niet zo veraf.

Daarom ging in 2017 het project Kustvisie van start. Dit project moest onderzoek doen naar drie scenario’s bij een zeespiegelstijging van 1, 2 en 3 meter. In maart liep de onderzoeksfase af, waaruit een hoge nood bleek aan het verder verhogen en verbreden van onze stranden. Concrete plannen zijn er nog niet, maar volgens Jan Seys van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) zal daarbij ook gekeken moeten worden naar nature-based solutions of ‘werken met de natuur’. Dat heeft twee componenten.

Duinen

Ten eerste zal een toenemende verduining nodig zijn. Door een sterke verstedelijking aan onze kust zijn veel van onze oorspronkelijke duingebieden gesneuveld. Deze bieden echter een natuurlijke kustverdediging door het zand vast te houden. In moderne tijden worden onze stranden bovendien mechanisch gereinigd, waardoor eventuele pioniersoorten geen voet aan wal krijgen. Dat houdt onze stranden proper, maar onze duinen klein. De toekomst ligt dan ook bij handmatig reinigen, niet bij machinaal. Een mindshift bij kustgemeenten, bewoners en toeristen zal nodig zijn. Het wordt tijd dat we weer wennen aan méér dan enkel los zand tussen onze tenen en stoppen met de zeeraket (Cakile maritima) om te ploegen. 

Riffen

Een tweede nature-based solution bevindt zich onder het wateroppervlak in de vorm van riffen. Geen kleurrijke koraalriffen vol clownvisjes zoals in het Australische Great Barrier Reef, maar wel heuse banken vol mossels, oesters, schelpkokerwormen en zeegras. Een groot verschil met de huidige staat: ‘Nu wordt elke vierkante meter zeebodem meerdere keren per jaar omgeploegd door allerlei bodemberoerende activiteiten. Onze zeebodem nu is niets anders dan een onderwaterakker,’ legt Seys uit. In samenwerking met een aantal partners doet het VLIZ momenteel onderzoek naar de mogelijkheden voor riffen in de Noordzee met het project Coastbusters. Er zijn nog geen concrete plannen voor aanleg, maar onderzeese riffen houden het zand beter vast, zwakken stormgolven af en bieden bovendien veel kansen voor biodiversiteit.

Stranden opspuiten kan enkel werken als we samenwerken met de natuur. Dat wil zeggen: ook de soms minder mooie aspecten daarvan omarmen. Zoals die kleine pieterman. Terwijl zoonlief het laatste restje ijs oplikt, trek ik mijn sandalen aan. Ik ga nog even genieten van het strand. Nu het hier nog ligt.

Reacties