Een Entomolab: bron voor kinderlijke fascinatie

Of hij zin had in kriebelbeestjes, vroeg ik aan zoonlief. Hij fronste even zijn wenkbrauwen, maar toen duidelijk was wat ik bedoelde, was hij razend enthousiast. Natuurpunt Gent zou een Entomolab organiseren met Peter Berx. Die naam ken je misschien van het boek dat hij schreef met Lieven Scheire of van de affiche van het vorige Nerdlandfestival. Omdat we daar toen het insectenfestijn gemist hadden, kreeg ik hier een herkansing.

En die greep ik maar al te graag.

Dus trokken zoonlief en ik vorige woensdag naar het natuurcentrum in de Bourgoyen. Toen we er aankwamen, stonden op tafel al tal van boeiende boxen te blinken. Het spektakel begon pas écht toen al die dozen één voor één open gingen.

Elk kind zou het voorrecht moeten hebben om wandelende takken en kakkerlakken over zich te kunnen laten kruipen. Helaas leven we in een maatschappij die erg vervreemd geraakt is van contact met de natuur in het algemeen en van insecten & andere kriebelbeesten in het bijzonder. Mensen vinden kakkerlakken maar vies en spinnen meppen ze het liefst zo snel mogelijk plat. Toch vervullen deze kleine rakkers bijzondere taken in onze ecosystemen en hebben we ze hard nodig. Zo zorgen wormen voor heuse ventilatiekanalen in onze bodem. Vliegende insecten bestuiven onze gewassen en fruitbomen. Mestkevers ruimen uitwerpselen op en recyclen voedingsstoffen.

Met zijn - voornamelijk uitheemse - collectie brengt Berx die kleine beesten even in een positief daglicht. De kinderen gaan lachen om de neushoornkever die zo stevig in Berx' vingers knijpt dat hij er hem nauwelijks nog af krijgt. Ze schrikken even op als een kever in de mouw van een jongen verdwijnt. Ze draaien gefascineerd hun hoofd als Berx een sprinkhaan opgooit. 

Het leukste vond ik het lawaai dat zijn kakkerlakken maakten. Toegegeven, ze werden wat opgejut om hun talenten tentoon te spreiden (wat ik eigenlijk niet zo tof vind), maar ik hoorde nooit eerder een kakkerlak blazen. 

Ja, blazen. Als een boze kat.

De wandelende takken waren zo snel dat er plots eentje op zoonliefs rug zat. De meelwormen hadden een bijna meditatief effect op me. En ík, die nooit ofte nimmer mijn hand in een bak vol wormen steekt, nam er dit keer met plezier eentje op mijn hand. 

Het mooiste exemplaar? Ongetwijfeld de helgroene phasmiden, maar het grootste zwak had ik toch voor Pluisje, de vogelspin.


Het is een aanrader, zo'n Entomolab. Niet alleen omdat het tof is, maar omdat ik geloof dat we de huidige biodiversiteitscrisis pas kunnen aanpakken vanuit een stevige dosis verwondering en fascinatie voor de natuur. Dát is wat ons beweegt. En dát is wat we moeten doorgeven aan de volgende generatie.

Je eigen Entomolab boeken doe je via de website van Peter Berx.




Reacties